Antequera 22-9
Blijf op de hoogte en volg Dick
24 September 2012 | Spanje, Antequera
In de vallei waarin Ventas de Zafarraya is gelegen is een florerende akkerbouw. Er wordt nu geoogst en dat betekent dat grote hoeveelheden dagloners in groepjes wachten op een dag werk. Veel van die dagloners komen uit Noord Afrika. In dit spel van vraag en aanbod is er weinig aandacht voor leefomgeving en dat zie je terug in de dorpen. In het hostal waar we vannacht geslapen hebben brandt geen licht op de gang en het water is de helft van de tijd afgesloten. Via de eigenaresse van het winkeltje aan de overkant krijg ik het water aan het stromen. Ze is met twee telefoons in de weer, schudt wat met het hoofd, troost het kind wat onder de andere arm met een net wakker gezichtje de lol er nog niet van in ziet. Voordat ik terug ben is er water, want het toilet loopt vol, maar tegen de tijd dat ik wil douchen is het weer afgesloten. Het is onduidelijk wie zich er nog meer in het Hostal ophouden, want je ziet geen gezichten, slechts in en uit sluipende mensen. Het geheel ademt de sfeer van illegaliteit. De nacht verloopt onrustig. Midden in de nacht kom ik erachter dat de bandido die ik in de houtgreep heb slechts mijn onderlaken is. Inmiddels hebben we het samen voor elkaar gekregen om de beddensprei binnenstebuiten als een vod over ons heen te trekken. Vanmorgen zonder te wassen dus eerst opnieuw onder het toezicht van een groepje dagloners de band geplakt en de oorzaak, een parmantig uitstekende doorn, verwijderd. Er is niemand in het hostal om de sleutels in ontvangst te nemen. In de mist gaan we verder en tegen de tijd dat de zon terug is zitten we bijna in een andere vallei en lijkt het allemaal gedroomd te zijn. Vandaag is het feest, we krijgen de zwaarste klim om onze oren. Als opwarmertje klimmen we met uitschieters naar 15 %. Om daarna zo'n 500 meter naar beneden te vallen. Je raadt het al, die moeten we dus ook weer omhoog. In de routetekst staat dat je op de klim af en toe maar eens moet afstappen. Ik fiets stiekem toch door, de schrijver ziet het immers toch niet. Soms vraag je je af wat nog goed is voor een lichaam als je je tegen de steile hellingen omhoog werkt bij 37 graden. Wat je drinkt komt als stoom weer uit je poriën naar buiten. Na de laatste 2 steile kilometers en voor de 4 minder steile na het dorp tijger ik naar adem happend naar de schaduw en hijs me op aan een steen. Zo zitten we onder een vijgenboom uit te hijgen en met een Spaanse vrouw te babbelen, die zwaar onder de indruk is van de prestatie. De laatste 4 kilometer zijn minder steil en toch nog eerder dan verwacht zijn we over de top en laten ons naar beneden vallen naar de camping. Een mooie grote camping zo op het eerste gezicht. Natuurlijk wil je eerst douchen, maar dat blijkt in Andalusia toch een avontuur. Eerst ga je op zoek naar enige vorm van verlichting, die blijkt overal aanwezig te zijn behalve in de douche. Later wordt me duidelijk waarom, geen van de douches is afsluitbaar en in het donker valt het vuil minder op zullen we maar denken. Nou zet ik altijd de douche aan, die dan meestal horizontaal tegen je stapeltje schone kleding en badhandoek spuit en ga dan in een hoekje staan tot de temperatuur dragelijk is. Niet dus, de douche blijft steenkoud. Een laatste uitdaging voor mijn toch al stevig op de proef gestelde hart overleef ik ternauwernood als ik onder de door bergwater gevoede straal ga staan en in ieder geval weer een schoon lijf overhoudt aan dit avontuur. Daarna moet de kin geschoren worden en ook nu met koud water natuurlijk. Als ik in de spiegel kijk zie ik behalve een recessiekopje ook een grote bos haar. Daar moet ik toch iets aan laten doen en ik neem me voor om uit te kijken naar een barbier waarvan ik vermoedt dat ze die in Spanje toch wel zullen hebben.